Juist nu, vlak voor Valentijnsdag, voelen vrijgezellen zich extra alleen. Lisette (12) herkent dat gevoel. Zij is al haar hele leven vrijgezel. Voor het eerst vertelt ze haar verhaal.
Lisette kijkt voor zich uit. Ze is net uit school. In de kamer is het stil. “Alleen is maar alleen, hè”, zucht ze. “Sommige mensen hebben een partner. Daarmee kunnen ze dingen delen. Met een partner praat je over wat je meemaakt of wat je plannen zijn. Ik heb geen partner. Ik heb nooit een partner gehad. Zodoende heb ik dus al jaren een… eh… soort, ja het klinkt heftig, een soort leegte in mijn hart.”
Lisette kijkt om zich heen. Ze zit alleen op de bank. Een bank bedoeld voor méér personen hoeft ze eigenlijk niet te hebben. Eén stoel zou genoeg kunnen zijn. “Een levenspartner heb ik niet. Al vanaf mijn geboorte ben ik al alleenstaand.”
“Als ik bij mensen op bezoek kom en trouwfoto’s aan de muur zie hangen, krijg ik een brok ik de keel. Ik heb dat geluk nooit gekend. Na 12 jaar breekt het alleen-zijn me best wel op.”
De stilte voelt beklemmend. Aan de wanden heeft Lisette posters van dieren opgehangen. “Sommige dieren leven ook alleen. Als ik daaraan denk, geeft me dat een soort van troost. Mensen denken dat het missen van een levenspartner alleen voor ouderen moeilijk is. Maar dat is niet zo.”