DEN HAAG - In 2021 heeft het kabinet overwogen om de provincie Limburg te verkopen aan het buitenland. Met de verkoop van Limburg zou een deel van het begrotingstekort dat ontstond door de coronacrisis moeten worden gefinancierd. Duitsland toonde interesse, maar het plan bleek juridisch niet haalbaar.
Volgens ambtelijke bronnen had het kabinet de zaak bijna rond. Wilco Terschuilen was als topambtenaar nauw betrokken bij de zaak: “Dit is natuurlijk iets wat je als ambtenaar eigenlijk niet wilt. Limburg is altijd onderdeel van Nederland geweest en dat wil je liever niet kwijt. Maar als je dan gaat denken wat je met die 420 miljard aan opbrengsten allemaal kunt doen, dan gaan dingen schuiven.”
Maar het plan ketste voortijdig af. Nog vóór de Tweede Kamer zou worden ingelicht over de kwestie, bleek de verkoop juridisch niet dicht te timmeren. Terschuilen: “Bovendien vonden we die Limburgers eigenlijk best goeie gasten. Daarom heeft het kabinet uiteindelijk gezegd: we doen het niet. Daarna is kortstondig geprobeerd om Friesland te verkopen, maar dat zou vrijwel niets opleveren.”
