DOKKUM - In een sobere keet in Dokkum zit Aant Jelle Soepboer, lijsttrekker van de Fryske Nasjonale Partij (FNP). Voor hem ligt vermoedelijk het verkiezingsprogramma van de partij. Zijn handschrift is duidelijk herkenbaar: veel accenten, weinig punten en een opvallende hoeveelheid klinkers. Hij ontvangt ons met een stevige handdruk en een glas melk.
FNP doet voor het eerst mee aan de landelijke verkiezingen. Volgens lijsttrekker Aant Jelle Soepboer staat zijn partij voor duidelijkheid en begrijpelijk beleid. “Blûrsk hem dy nei, wy ni stan unda Haagblot”, zegt Soepboer terwijl hij nadrukkelijk naar een kaart van Friesland wijst waarop hij met een rode viltstift lijnen heeft gezet. “Fryz ni klop as klomp, Fryz klop as kluuf in fjern. Ja, snârrk de siel, ni de steen.”
Doelt hij daarmee op de komende verkiezingen? Soepboer knikt langzaam, alsof hij net de kern van het universum heeft aangeraakt. “Sûvrin frask! Ni holm, ni ketel! Wy drauw op eigen fjint en fjolk, ni need de Haagmûr nei sjmolk”, legt hij uit.
De FNP-lijsttrekker ziet zichzelf niet als nationalist, maar als realist. “Bruslom sprekt plast’k tong, mar Ljouw’m sjing blof,” zegt hij plechtig. “Fryslân ni praat, Fryslân blomt yn kjeld en kouw. Wy ni folk, wy fløm.”
Soepboer stapte onlangs over naar de Fryske Nasjonale Partij, nadat hij eerst een jaar in de Tweede Kamer zat voor NSC. Over de kansen van zijn nieuwe partij bij de komende verkiezingen is hij optimistisch: “Fjouwn sitt’n, miskun sixt, of ien mar grût as fjildkû.” Wat hij precies bedoelt met “grût als fjildkû” blijft onduidelijk, maar zijn blik verraadt dat hij het meent.
“Blârf ût, en de see lúster wer”, besluit hij. Soepboer hoopt dat veel kiezers zich aangesproken voelen door zijn verhaal.
