BOXTEL - “Ben jij écht 1,89 meter?” is de vraag die Erik Hompels (57) uit Boxtel misschien wel het vaakst gesteld kreeg in de afgelopen jaren. Vrijwel alle mensen die Erik voor het eerst ontmoeten, zeggen dat zij hem veel korter hadden ingeschat. Begrijpelijk, vindt de sympathieke Brabander, want hij voelt zich ook bij lange na geen 1,89 meter.
“Meestal wordt mijn lichaamslengte zo rond de 1,82 meter geschat, maar ik heb ook weleens van iemand teruggekregen dat ik hooguit 1,80 meter kon zijn”, vertelt Erik glunderend. “Zoiets is natuurlijk hartstikke vleiend om te horen. En als ik eerlijk ben, snap ik ook wel dat mensen verrast reageren als ze mijn ware lengte horen. Wanneer ik namelijk voor de spiegel sta, zie ik ook nog steeds die Erik van pak ‘m beet 20 centimeter korter. Mijn meetbare lengte mag dan wel zijn toegenomen met de jaren, ik voel mij nog altijd zo’n 1,70 meter.”
Erik vindt dat lange mensen zich niet te veel moeten aantrekken van hun daadwerkelijke lengte: “Iemand die met zijn hoofd over de twee meter hoge schutting van de buren kan kijken zonder een opstapje nodig te hebben, wordt door sommigen misschien als ‘heel lang’ beschouwd. Dit kan erg vervelend zijn om te horen, zeker als je gevoelslengte veel korter is dan je ware lengte. Op zo’n moment is het belangrijk om te onthouden dat een objectieve lengte ook maar een getal is. Dus voel jij je als volwassen man van 2,06 meter bijvoorbeeld nog steeds 1,54 meter, houd dan vast aan die innerlijke lengte en ga gewoon van die kinderglijbaan.”
