Dagelijks worden duizenden dieren onnodig gedood in slachthuizen, omdat vegetariërs weigeren hun vlees te eten. Het gaat om tienduizenden kippen, koeien en varkens.
Het vlees wordt verwerkt tot consumptieproduct, vervoerd naar de supermarkt en daar ligt het een aantal dagen in de schappen. Maar omdat vegetariërs het niet willen eten, belandt een groot deel in de afvalcontainer.
Marcel Verstegen is al jaren werkzaam in het slachthuis en ziet het met lede ogen aan. “Het is schandalig wat vegetariërs en veganisten deze dieren aandoen. Een varken doet zes tot acht maanden onder erbarmelijke omstandigheden z’n best om een mooi stukje vlees te worden, maar eindigt vervolgens in de vuilnisbak. Alleen maar omdat vegetariërs het vertikken om hem op te eten. Afschuwelijk. Hebben die vegetariërs enig idee hoeveel dieren dagelijks hun leven hiervoor geven?”
Toch slacht Marcel door. “Je gunt zo’n dier een nuttig einde, maar het is echt geen pretje”, zucht hij, “Je schiet een pin door het voorhoofd van een koe en geeft een stroomstoot aan een varken zodat hij er nagenoeg niets van voelt als de keel wordt opengesneden, want je wil toch iets goed doen voor het dier. Maar als het dan niet geconsumeerd wordt, gaat de lol er wel vanaf. Het wordt tijd dat vegetariërs hun verantwoordelijkheid nemen.”
