Terwijl de uitslagen van de Provinciale Statenverkiezingen woensdagavond binnendruppelde, lieten de vier lijsttrekkers van de landelijke coalitie al weten dat de coalitie gewoon onverschrokken doorgaat. Volgens de lijsttrekkers willen ze de kiezer niet te veel hoop geven dat democratie echt werkt.
De vier lijsttrekkers van VVD, D66, CDA en ChristenUnie lieten woensdagavond al weten dat ze geen enkele consequentie zullen trekken uit het feit dat de BBB de grote winnaar van de verkiezingen is. Volgens premier Rutte is dat logisch: “De VVD is na de BBB nog steeds de grootste partij van Nederland. Daarmee reken ik ons als één van de winnaars van de verkiezingen. Nogal wiedes dat wij dan gewoon in het kabinet horen en blijven.”
Ook Sigrid Kaag (D66) ziet geen enkele noodzaak om van koers te veranderen: “Wij verliezen dan wel 15 procent van onze kiezers, maar we doen het nog steeds goed bij het electoraat in de Randstad en dat zijn intellectueel gezien stemmen die dubbel tellen. Dus ik zie geen enkele reden om mijn oren te laten hangen naar een plattelandspartij.”
Wopke Hoekstra van het CDA wil ook graag op dezelfde voet doorgaan: “We hebben bij de Provinciale Staten verloren, zeker. Maar ik wil er toch op wijzen dat BBB vooral veel heeft gewonnen in gebieden waar wij vroeger groot waren. Dus het lijkt mij niet meer dan logisch dat wij in de coalitie blijven.”
En ook ChristenUnie-leider Mirjam Bikker ziet geen enkele reden voor nieuwe verkiezingen: “Wij verliezen weliswaar fors, maar ik vind het wel positief dat we het goed hebben gedaan in de grote steden. Eindelijk hebben we het plattelands-imago achter ons gelaten. Daar kunnen wij en de hele coalitie mee verder.”
