De onderhandelingen tussen de vakbonden en de werkgevers in de wietverwerkende industrie zitten muurvast. De knippers eisen een loonstijging van 3 procent, terwijl de werkgevers niet meer bieden dan 2 procent.
“Een staking willen we koste wat kost voorkomen”, legt een man die anoniem wil blijven uit. “De teelt moet doorgaan. De vaste gebruikers kunnen we niet zonder laten zitten. En wat denk je van de toeristen? Zeker niet nu het zomerseizoen voor de deur staat. De shops moeten ook bevoorraad worden en het buitenland, niet te vergeten! Nee, een staking zou fataal zijn.”
De Vakbond voor Wietknippers (VaWiKni) dreigt het werk echter neer te leggen als er geen beter loonbod op tafel komt. De VaWiKni-woordvoerder: “We willen een fatsoenlijk uurloon voor de knippers. Het is een zwaar beroep en de omstandigheden zijn vaak ook niet makkelijk op de krappe zoldertjes en in afgelegen kwekerijen. Extra reden om geen eurocent toe te geven als het gaat om salarissen. Een kweker die zijn knippers niet marktconform beloont, is geen knip voor de neus waard.”