De gemiddelde boer in ons land bestaat voor 62 procent uit water. Dat blijkt uit onderzoek van de Universiteit Meppel naar de effecten van boeren op de leefomgeving.
“Er gaan allerlei verhalen rond over boeren en stikstof en ammoniak. Wij vonden het hoog tijd om de feiten te achterhalen. En uit ons onderzoek blijkt dat het op moleculair niveau eigenlijk wel meevalt”, zegt onderzoeksleider Rodan Flossen van de Universiteit Meppel.
“Het is zeker waar dat een boer stikstof en via de urine in geringe mate ammoniak uitstoot, maar zo erg als de media het schetsen is het zeker niet”, aldus Flossen. “Het overgrote deel van de boer, ruim 62 procent, is gewoon water. Daarnaast bevat een boer zo’n 19 procent lipiden, 15 procent proteïne en een klein deel mest. Dat zijn stoffen die heel goed door de natuur kunnen worden afgebroken zodra je een boer in de grond stopt. Het is dus niet zo dat een boer per definitie schadelijk is voor het milieu, hij zou alleen wat anders moeten gaan doen.”