VENLO - In de nabije toekomst moeten NAVO-lidstaten minimaal vijf procent van het inkomen besteden aan defensie. Misschien wordt dat vanuit de overheid geregeld, maar veel Nederlanders hebben liever een persoonsgebonden defensiebudget. De 71-jarige Bernadette Vloers uit Venlo besteedt nu al vijf procent van haar inkomen aan defensie.
“Natuurlijk kun je wachten tot de overheid het allemaal voor je regelt, maar dat vind ik te makkelijk”, vertelt Bernadette. “Defensie is in eerste instantie toch je eigen verantwoordelijkheid. Het gaat tenslotte om je eigen veiligheid. Ik ken mensen die helemaal niets uitgeven aan defensie. Dat kán toch niet? En dan wel klagen als straks de Russen voor de deur staan zeker?”
Persoonlijke defensiebehoefte
Bernadette leeft van een AOW-uitkering van 1214 euro netto per maand. Conform de NAVO-norm besteedt ze vijf procent daarvan, dus ruim 60 euro, aan defensie. “Ik ben groot voorstander van een persoonsgebonden defensiebudget, want elke Nederlander heeft weer een andere, persoonlijke defensiebehoefte”, vertelt ze.
“Kijk, ik woon in Venlo, dus een marineschip is voor mij niet zo zinvol. Waarom zou ik miljoenen euro’s uitgeven aan een torpedojager als ik 200 kilometer van de kust woon? Daarentegen vind ik bescherming tegen luchtaanvallen wél heel belangrijk. Een vijandige drone schakel je natuurlijk niet uit met een heggenschaar. Daarom spaar ik momenteel voor een bescheiden luchtafweersysteem.”
