De watersnoodramp van Almere wordt vandaag op verschillende plaatsen in de stad herdacht. Onder meer bij het monument op de Oostvaardersdijk worden bloemen gelegd.
Almere werd ruim tweeduizend jaar geleden door de Duitsers onder water gezet. Jarenlang was men bezig om het water weg te pompen. Pas in 1968 was het gebied weer bewoonbaar en kon een begin worden gemaakt met de wederopbouw.
De watersnoodramp heeft in Almere diepe wonden achtergelaten. Oudere inwoners van de stad kunnen zich de watersnoodramp nog goed herinneren. Riet Limmens (83) was vanaf haar geboorte geëvacueerd. Pas in 1975 kon ze terugkeren naar Almere. “De verslagenheid was enorm”, herinnert ze zich. “Van de oude stad was niets meer over. Er was een kale, drassige vlakte. We moesten de hele stad letterlijk opnieuw opbouwen.”
Mevrouw Limmens vindt het belangrijk dat de watersnoodramp van Almere nog elk jaar wordt herdacht. “De jonge generatie weet niet eens wat hier gebeurd is. Door er over te blijven vertellen, geven we de lessen uit het verleden aan hen door.” Na een lange stilte zegt ze: “Dit mag nooit meer gebeuren.”