DEN HAAG - Ook op de tweede dag van de Algemene Politieke Beschouwingen (APB) storen veel Nederlanders zich aan de manier waarop er vergaderd wordt over het regeringsbeleid. Hoewel de parlementariërs in theorie op een algemene, politieke en beschouwende wijze met elkaar in debat zouden moeten gaan, blijkt dit in de praktijk volstrekt anders uit te pakken. Kamervoorzitter Martin Bosma deelt drie verbeterpunten voor het parlement om in de dagen na Prinsjesdag effectiever de kabinetsplannen te kunnen bespreken.
Wees algemeen – Politici hebben sterk de neiging om tijdens de APB de focus te leggen op specifieke vraagstukken, denk aan het asielbeleid. Urenlang wordt er dan gestrooid met termen als asielcrisis, noodwetgeving en opt-out. Vanzelfsprekend gaat dit ten koste van andere maatschappelijke thema’s die aandacht verdienen tijdens een APB, zoals hardnekkige geluidsoverlast van padelbanen of de belachelijk hoge prijs van een frikandel in de snackbar tegenwoordig. Daarom doen politici er goed aan om de APB breder te trekken. Kortom, maak de discussiepunten algemener van aard.
Praat over politiek – In de APB ontbreekt het nogal eens aan een politiek gesprek. Veel politici geven er de voorkeur aan om collega’s niet op inhoud van repliek te dienen, maar middels een persoonlijke aanval. Er wordt met modder gegooid naar elkaar, de stemmen worden verheven en de vingers worden gewezen. Toehoorders in de Tweede Kamer hitsen de boel daarbij graag nog een beetje op door uitgedeelde sneren te versterken met handmatig geroffel. Dit is natuurlijk hartstikke onnodig allemaal. Het advies aan parlementariërs luidt daarom om tijdens de APB vooral met politieke onderwerpen bezig te zijn.
Wees beschouwend – Veel Tweede Kamerleden lijken een enorme behoefte te voelen om anderen te overtuigen van hun gelijk of zienswijze. Het relaas van politici neemt hierdoor al gauw een betogende vorm aan, terwijl dit niet de bedoeling is bij de APB. Een tip voor zowel de coalitie- als de oppositieleden is dan ook om hun eigen verhaal en hun onderlinge debatten vooral beschouwend te houden. Op deze manier ontstaat er meer ruimte voor een vruchtbare samenwerking.
