Wie midden in de nacht een inbreker hoort, kan maar beter niet ingrijpen. Dat adviseert Coen Staal van de Stichting Nationale Inbraakpreventie Weken. Een ruime meerderheid van de inbrekers is het met hem eens.
Uit onderzoek van de stichting blijkt dat ongeveer een kwart van de Nederlanders direct poolshoogte gaat nemen als er een inbreker in huis is. Volgens de voorzitter is dat geen goed idee: “Inbrekers opereren immers ’s nachts om maar niemand tegen het lijf te lopen.”
Ook de Nederlandse Vereniging van Inbrekers vindt dat inbrekers gewoon hun werk moeten kunnen doen. “Door ’s nachts te werken proberen wij zo min mogelijk overlast te veroorzaken”, aldus voorzitter Wesley P. “De meeste bewoners slapen, terwijl wij bezig zijn. Daar moet je rekening mee houden. Een goede inbreker maakt daarom zo min mogelijk geluid. Het is immers niet onze bedoeling om de nachtrust van de bewoners te verstoren.”
Volgens Wesley P. heeft alles te maken met een stukje wederzijds begrip: “Wij zitten heus niet te wachten op een vechtpartij met de bewoner. Als we elkaar gewoon een beetje respecteren, heeft niemand last van elkaar. Wij doen ook maar gewoon ons werk.”
