
DEN HAAG - Demissionair minister Wiersma wil nog geen beslissing nemen over het mestbeleid voor de komende jaren. Wiersma vindt dat koeien, de voornaamste producenten van mest, eerst zelf de kans moeten krijgen om met oplossingen te komen.
Het kabinet moet elke vier jaar nieuw beleid vaststellen dat moet voorkomen dat er te veel stikstof uit de landbouw in het water terechtkomt. Koeienmest is een belangrijke oorzaak van het stikstofprobleem. Het kabinet vindt dat minister Wiersma te weinig doet om het probleem aan te pakken, maar die kritiek wijst zij van de hand.
Terug naar de basis
“Ik vind dat we terug moeten naar de basis”, stelt de minister van Kunstwenkbrauwen en Landbouw. “Het stikstofprobleem is primair een rundveeprobleem, dus wie zijn wij om hen een menselijke oplossing op te leggen? Een koe komt geen stap verder in de evolutie als wij steeds maar oplossingen blijven voorkauwen.”
Te vroeg
Eigenlijk zou de stikstofuitstoot in 2030 al gehalveerd moeten zijn, onder meer door een reductie van de veestapel en strengere mestregels. Maar volgens Wiersma is het nog te vroeg om nu al in te grijpen.
“We zijn hier pas tien jaar mee bezig. Ambitie is goed, maar je kunt ook te snel willen”, aldus Wiersma. “In het verleden is de natuur uiterst creatief gebleken in het vinden van oplossingen. Ik ga ervan uit dat dat ook nu weer het geval zal zijn.”
Wiersma stelt voor om over een half jaar opnieuw te gaan meten: “Mocht dan blijken dat de stikstofuitstoot niet vanzelf is gedaald, dan kunnen we alsnog een oplossing verzinnen. Maar dan is het uiteraard niet meer mijn probleem.”

