DAMASCUS - In heel Syrië wordt deze week herdacht dat dictator Bashar al-Assad precies een jaar geleden werd verdreven. Toch overheerst in de straten van Damascus niet louter euforie. Veel burgers geven aan dat ze terugverlangen naar de bureaucratische overzichtelijkheid van een totalitaire dictatuur onder één man.
“Vroeger was het leven simpel”, zegt de 43-jarige boekhouder Walid uit een buitenwijk van de Syrische hoofdstad. “Je hield je mond over de president, je kocht de juiste ambtenaar om en je kon relatief rustig slapen. Nu moet je rekening houden met de gevoeligheden van drie verschillende coalities, een religieuze raad en de buurman die toevallig een checkpoint in de straat is begonnen. Het is administratief gewoon niet meer bij te houden wie er nu de leiding heeft over de willekeurige arrestaties.”
Volgens politiek analist Samir al-Hassan is er sprake van ’tirannie-inflatie’. “Het monopolie op geweld is versplinterd”, stelt hij vast. “Onder Assad was de onderdrukking gecentraliseerd en voorspelbaar. Nu zien we een marktwerking van intimidatie, waarbij elke groepering concurreert om de burger zo effectief mogelijk dwars te zitten. Veel Syriërs hopen dan ook dat de kleine deeltijddictators snel fuseren tot één groot, onontkoombaar regime.”
