WASPIK - Uit onderzoek van bureau QuestionIt blijkt dat één op de 120 kinderen allergisch is voor rotondes. Zeven jaar geleden was dat nog één op de 400. Er is dus sprake van een flinke stijging en het einde lijkt nog niet in zicht. Marijke Fuu, kinderarts en allergoloog in het Universitair Medisch Ziekenhuis Waspik, is bezorgd over deze ontwikkeling.
“We zien inderdaad een forse toename onder met name kinderen tussen de 4 en 11 bij wie het rijden over een rotonde een flinke lichamelijke reactie oproept. Enerzijds heeft de toename te maken met een taboe op rotonde-allergie, anderzijds zijn er tegenwoordig simpelweg meer rotondes dan 7 jaar geleden”, aldus Fuu.
Volgens Fuu moeten ouders van een kind met rotonde-allergie er bewuster mee omgaan: “Bij rotonde-allergie is de eerste reactie van ouders vaak dat ze rotondes gaan vermijden. Vervolgens wordt de allergie verzwegen en kan het kind na enkele jaren eigenlijk nauwelijks nog de weg op. Eigenlijk zou je de allergie juist moeten bespreken. Rijd met de kinderen in een rustig tempo over een rotonde en laat een kind vanaf de geboorte al met rotondes kennismaken. Dat kan een gunstig effect hebben op het immuunsysteem.”
Anders dan bij andere allergieën die vaak op de ademhaling of de huid slaan, is een rotonde-allergie meestal merkbaar aan de spraak van een kind. Vaak worden letters door elkaar gehaald en spreekt men bijvoorbeeld mannen alleen nog aan als ‘Bert’, of ‘Wimmie’. De 47-jarige Jan-Willem de Zegger had als kind ook een rotonde-allergie, maar wist die te overwinnen.
“Ik merkte al op jonge leeftijd dat ik steeds vaker ‘Bert’ riep naar mijn broer terwijl die Johnny heet”, vertelt Jan-Willem. “Na onderzoek in het ziekenhuis werd de diagnose rotonde-allergie gesteld. Natuurlijk was dat eerst flink schrikken, maar al snel begon ik met therapie. Door rustig lopend over een rotonde te gaan liet ik mijn lichaam langzaam aan de rotonde wennen. Ook paste ik mijn voeding aan. Nu, bijna veertig jaar later, kan ik al bijna tot de tweede afslag.”