De koning heeft zich in een videoboodschap gericht tot zijn volk. De boodschap, van een duidelijk geïrriteerde vorst, was kort, krachtig en bikkelhard. Hij tikte ons allemaal op de vingers en sprak de historische woorden: “Als u de komende tijd goed uw best doet, komt het wellicht toch nog goed tussen ons.”
De koning deed zijn best om zijn woede te onderdrukken, maar dat ging hem duidelijk niet al te goed af. Hij kwam in de video meteen ter zake: “Uw reacties op onze welverdiende vakantie hebben een dolk in mijn ziel gestoken. U bent duidelijk nog infantieler dan wij al dachten. De rancune en kinnesinne dropen van uw reacties af. Ik hoef u neem ik aan niet te vertellen hoe teleurgesteld ik ben in uw benepen en kleinzielige respons op ons uitstapje.”
“Ik ben 24 uur per dag, zeven dagen per week en met al mijn ziel en zaligheid uw koning. Ik maak lange dagen om kinderjuffen, verpleegsters en dansers van onbegrijpelijke moderne nonsens een hart onder de riem te steken. Op buitenlandse handelsmissies ben ik degene die een dronken minister van Japan, Canada of India midden in de nacht een handtekening moet ontfutselen voor een miljoenendeal. En wat is de reactie van mijn onbeduidende onderdanen? Zij gunnen mij nog geen weekje rust in mijn eigen villa. Een villa zo groot dat geen enkel coronavirus daar overleeft. Uw minachting voor uw koning is stuitend en grenst aan dedain voor iemand die daadwerkelijk iets betekent voor volk en vaderland.”
Na deze keiharde uithaal zweeg de koning een tijdje. Hij schraapte zijn keel en ging vervolgens met minder venijn verder: “En toch, ondanks al uw tekortkomingen, heb ik u nog steeds lief. Als u zich de komende maanden gedraagt zoals het een respectvol volk betaamt, zie ik nog kansen voor u. Als ik in het aankomende jaar niets meer van u hoor, mag u wellicht in mijn koninkrijk blijven.”
