De oorlog in Sudan vormt momenteel de grootste humanitaire crisis wereldwijd.
Ondanks de verwoestingen toont het conflict ook de moed van jongeren die ervoor kiezen te blijven en hun gemeenschap te ondersteunen. In Khartoem, de hoofdstad, bereiden vrijwilligers zoals Jihad dagelijks linzensoep voor honderden mensen die worstelen met voedseltekorten door de ingestorte economie en hoge prijzen. Toen hulporganisaties de stad verlieten, namen jongeren het initiatief om gaarkeukens en medische hulpposten te beheren.
Bij ziekenhuis Al-Noa bijvoorbeeld zorgen apothekersvrijwilligers voor medicatie en medische hulp. Dit vrijwilligerswerk is gevaarlijk; velen zijn omgekomen door het oorlogsgeweld. De inzet van deze jongeren wordt erkend als een belangrijke levenslijn voor miljoenen Sudanezen.
Hoewel internationale steun initieel kwam en later deels terugviel, blijven zij via eigen middelen en sociale media hulp organiseren. Hun netwerk functioneert als een essentieel vangnet in deze moeilijke tijden, waarbij zij zich inzetten voor het leven te ondersteunen in plaats van de dood.
